Een fiets leasen of kopen?

Negentien procent van alle werknemers in ons land leaset een fiets, bleek vorige week uit cijfers. Dat is een toename met bijna een vijfde in een jaar. Voor fietsleningen is de trend minder uitgesproken door de gestegen rente.

Bij KBC lag het aantal leningen tot augustus 5 procent hoger dan vorig jaar. Bij BNP Paribas Fortis was er een daling met 9 procent. ‘Naast de hogere rente speelde ook het minder goede weer mee, want vorig jaar was juni een heel zonnige maand’, zegt woordvoerster Hilde Junius.

Bij een aankoop - al dan niet via een fiets­lening - bent u vanaf het eerste moment eigenaar van de fiets. Bij leasing is dat anders. U betaalt maandelijks een bedrag en in ruil krijgt u een fiets ter beschikking, inclusief onderhoudskosten en verzekering. Op het einde van de looptijd hebt u de kans de fiets te kopen tegen de restwaarde.
Wat zijn de grote verschillen tussen beide systemen?

Leasen: privé of via werkgever

Een elektrische fiets kost al snel een paar 1.000 euro. Het kan dan interessant zijn die fiets niet aan te kopen, maar te leasen en maandelijks te betalen. Veel werkgevers bieden fietsleasing aan door een deel van het brutoloon of de eindejaarspremie in te ruilen voor een fiets. Maar u kunt ook als particulier een fiets leasen. Algemeen gesproken zal de leasing via de werkgever een stuk interessanter zijn omdat die fiscaal voordeliger behandeld wordt.

• Kostprijs

De kostprijs van een leasefiets hangt af van verschillende factoren. Kiest u voor een elektrische of een gewone fiets? Bestelt u een stads- of koersfiets? Of gaat u nog verder en kiest u voor een speedpedelec? In sommige gevallen kunt u ook accessoires zoals een helm of een fietstas mee leasen.

Leasing via de werkgever is vooral interessant voor wie die fiets gebruikt voor verplaatsingen van woon-werkverkeer. ‘Dat hoeft niet de volledige rit naar het werk zijn, maar kan ook een deel ervan zijn’, zegt Veerle Michiels, expert bij de hr-dienstverlener SD Worx. ‘In dat geval is de fiets een volledig vrijgesteld loonvoordeel waarop je geen RSZ-bijdrage en geen bedrijfsvoorheffing moet betalen. Ook niet wanneer je diezelfde fiets af en toe gebruikt voor privéverplaatsingen. Maar als de fiets niet voor minstens een deel van de woon-werkverplaatsing gebruikt wordt, is die volledig onderworpen aan RSZ en bedrijfsvoorheffing.’

‘Daarbij komt nog dat je als werknemer sinds dit jaar niet meer je werkelijke beroepskosten mag invullen in je belastingaangifte om van het fiscale voordeel te genieten’, waarschuwt Michiels. ‘Je mag dus enkel forfaitaire beroepskosten indienen. Bewijs je toch je werkelijke beroepskosten, dan valt het fiscale voordeel van de bedrijfsfiets weg.’

Belangrijk is wel dat wie een fiets leaset, met dat stukje van het loon geen rechten opbouwt in de sociale zekerheid. ‘Omdat de fiets een vrijgesteld voordeel is, bouw je bijvoorbeeld geen extra rechten op in het kader van je pensioen’, zegt Michiels. ‘Voor de meeste mensen is dat geen probleem, omdat het om een klein bedrag gaat, maar je moet er wel rekening mee houden.’

Een simulatie bij het fietsleasingbedrijf Cyclis leert dat een werknemer voor een elektrische stadsfiets met een cataloguswaarde van 2.000 euro drie jaar zo’n
41,78 euro per maand van zijn nettoloon ziet afgaan. Daarin is zowel een verzekering (schade en diefstal), bijstand als een onderhoudsbudget van 300 euro inbegrepen. Na drie jaar kunt u de fiets kopen tegen de restwaarde, die dan 400 euro bedraagt. Alles samen betekent dit dat u voor de fiets van 2.000 euro ongeveer 1.904 euro netto neergeteld zal hebben. Hiervoor hebt u ook drie jaar gratis onderhoud en verzekering gehad. Het voordeel is groter voor een duurdere fiets. ‘Dat komt doordat er vaste kosten zijn verbonden aan een leasecontract, ongeacht de aankoopwaarde van de fiets. Die zullen minder zwaar doorwegen bij een duurdere fiets’, zegt Marnick Daniëls van Cyclis.

Voor een elektrische speedbike met een cataloguswaarde van 6.000 euro zal er drie jaar lang maandelijks 93,49 euro van uw nettoloon afgaan. Zo’n speedbike of speedpedelec biedt trapondersteuning tot 45 km/u, een ‘gewone’ e-fiets tot 25 km/u. Ook hier is in een verzekering, bijstand, en een onderhoudsbudget van 300 euro voorzien. Wie de fiets na drie jaar overneemt, moet de restwaarde van bijna 1.200 euro betalen. Dat betekent dat u in totaal 4.565,56 euro netto betaald zal hebben voor een fiets van 6.000 euro. U doet dus een voordeel van 1.434,44 euro, terwijl u ook drie jaar van een verzekering kon genieten.

Bron: De Tijd.be door Jasmine Heyvaert